De solotentoonstelling Home is a formal yet loving place van Tom Woestenborghs (BE, 1978) is met een week verlengd!
'Home is a formal yet loving place'
Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing? (R. Hamilton)
Voor zijn solotentoonstelling Home is a formal yet loving place vertrekt Tom Woestenborghs (°1978) van een thematiek die hem al langer fascineert: het alledaagse. Zelfs de minste reflectie leert ons dat dit moeilijk te vatten is - het is tegelijk overal en nergens. Wat alledaags is, spreekt voor zich; we stellen er nauwelijks vragen bij. Onze dagelijkse kijk op de dingen gaat doorgaans uit van evidenties of zekerheden die eigenlijk op niet meer dan opgehoopte waarschijnlijkheden berusten. Maar wat betekent het om stil te staan bij het alledaagse en er de schoonheid van te ontwaren? Een directe confrontatie mondt immers al snel uit in een storende, opdringerige banaliteit - een teveel aan vertrouwdheid dat door zijn routineuze herhaling vervelend wordt. De betovering van het alledaagse vindt men daarom enkel door zich onverhoeds te laten verleiden. Enkel vanuit een ooghoek of met een schuinse blik verschijnt de onwaarschijnlijke magie van het moment. Net die schuinse blik is Tom Woestenborghs doorheen de jaren blijven cultiveren. Uit zijn werk spreekt een visie die banale scènes haast sacraliseert en het gewone tot het buitengewone verheft. De sluier van het alledaagse wordt voor even opgelicht, al is het maar in een oogwenk of een knipoog.
Home is a formal yet loving place, de serie waarnaar de tentoonstelling is vernoemd, is geïnspireerd door het huiselijke leven - of tenminste, wat daarvoor moet doorgaan. Het is aanlokkelijk om de privésfeer te zien als de locus van intieme emoties en relaties, als de “eigenlijke” plek waar men zich kan terugtrekken en waarlijk zichzelf kan zijn. Daarbuiten woelt namelijk het publieke leven, onder het dictaat van een onpersoonlijk ‘men’ dat zich uit in sociaal- politieke stereotypen, conventies en algemeenheden. Nochtans kost het weinig moeite om het rigoureuze onderscheid tussen privaat en publiek te ondergraven als een naïeve, romantische illusie. Het persoonlijke is uiteraard ook politiek, en het binnenskamerse staat nooit volledig los van wat zich daarbuiten afspeelt. Die vervlochtenheid van de private en publieke sfeer mag vandaag meer dan ooit duidelijk zijn, met de hedendaagse selfie-cultuur als een dankbare uitdrukking. Dit technologisch aangedreven narcisme geeft de huiselijke sfeer de allures van een bühne waarop dient te worden gepresteerd, geacteerd of geposeerd. Zo lijkt het interieur steeds meer op een steriele showroom waarin de sporen van bewoning vakkundig worden weggewist. De intimiteit die traditioneel aan de greep van het sociaal-politieke leven ontsnapte, wordt vandaag in scène gezet en “gedeeld” vanuit een krampachtig verlangen naar erkenning. Deze ‘extimiteit’ gaat gepaard met een zelfbeeld dat even onbestendig en gefragmenteerd is als een discobal, dolgedraaid in een eindeloos spel van reflecties.
Ook die paradoxale eenzaamheid van de huidige condition humaine vindt zijn uitdrukking in de werken die Woestenborghs hier presenteert, al maakt zijn onmiskenbare humor het een stuk minder belerend. Triviale, platvloerse scènes die zo van het internet geplukt lijken plaatst hij moeiteloos naast genreschilderijen van Fragonard of zeemzoete portretten van Gainsborough. Deze historische referenties aan de schilderkunst mogen dan wel ironisch lijken, geheel toevallig zijn ze niet. Woestenborghs’ materiaalkeuze doet een verwantschap aan de collagekunst vermoeden, maar zijn gelaagde werkproces en doordachte compositorische opbouw zijn duidelijk schilderkunstig. De meticuleuze techniek die hij daarbij heeft ontwikkeld hebben vermoedelijk weinigen hem voorgedaan. Woestenborghs is een kunstenaar voor wie het digitale niet duizelig maakt, en die zijn beelden bewust selecteert, ontleedt en een nieuwe gestalte geeft. Het is dan ook niet zonder de nodige dosis ironie en zelfrelativering dat Woestenborghs in zijn werk niet alleen naar buiten kijkt maar ook naar binnen. Naar zichzelf als een schilder zonder verf, penseel of pallet, die het momentane tracht te bestendigen en het alledaagse te verbeelden.
tekst: Pieter Vermeulen