Lien Huwels

Lien Huwels

Lien Hüwels (B, 1988) woont en werkt in Antwerpen. Ze maakt foto's, video's en installaties. Ze is een Laureaat van het Hoger Instutuut Schone Kunsten (HISK (Ghent, Belgium).

 

In 2012 koos Kasper König, destijds directeur van het Ludwigmuseum, Lien Hüwels uit als winnaar van de prestigieuze Bernd Lohaus prijs toe.

 

De foto’s en video’s van Lien Hüwels zijn minimale, geregistreerde acties in tijd die zichzelf manifesteren door een monumentale aanwezigheid van het model in een setting waarvan de sfeer verlaten, bijna anoniem lijkt.

 

De verenigde rol van de kunstenaar en model bevraagt hun onderlinge inwisselbaarheid, kijken en bekeken worden en hun invloed op de beeldvorming.

 

‘Het beeld van een individu wordt gevormd op basis van de verschillende manieren waarop de toeschouwers het individu observeren. De vorming van de identiteit van het individu is daarom eveneens een zoektocht van de toeschouwer naar zichzelf en zijn positie. We zijn voortdurend in de mogelijkheid te veranderen, iemand anders te worden. Onze identiteit staat niet vast, en is daardoor anoniem. We zijn hoogstens op weg om iemand te worden.’

In haar recente werken bestudeert Lien Hüwels de mogelijkheden en grenzen van foto, video, grafiek en installaties binnen dit thema; dit verruimt het onderzoek. De invloed van de omgeving en de ander vraagt om een aanpassing, een continue verandering.

 

---

 

Michiel Alberts over Lien Hüwels

 

In een tijd waar de uitwassen van het conceptuele denken primeren, waar curatoren via filosofische beschouwingen op zoek gaan naar kunstenaars die de reeds bedachte denkconstructie met hun werk mogen illustreren, in een tijd van kunstbeurzen en biënnales waar kort en snel gehandeld dient te worden, kortom in een tijd waar het cognitieve, het nadenken over kunst op de voorgrond staat, kan het werk van Lien Hüwels gemakkelijk ondergebracht worden in thema’s als identiteit, feminisme, voyeurisme, transformaties of andere labels die het werk verengen tot een eenzijdige blik.

 

Voor mij ligt de essentie van haar werk, daar waar het niet-begrijpen begint. Haar foto’s communiceren kracht, gevaar en kwetsbaarheid. De spanning tussen deze lagen komt voort uit een onbenoembare innerlijke wereld. Het is deze wereld die me blijft raken en boeien, juist door haar ongrijpbare zijnstoestand. De zwarte gezichten refereren voor mij niet zozeer naar zoektochten of uitingen van identiteit, maar vormen overblijfselen van een ritueel handelen, een toegangspoort tot deze innerlijke wereld. De lege decorblokken met een lamp en soms een object, zoals een wit deken, kunnen gelezen worden als manifestatie van de eerste positie; die van cameravrouw. Hiermee lijkt de beeldenkunstenaar de twee werkposities, namelijk die van cameravrouw enerzijds en model/performer anderzijds, ook als intellectueel standpunt op te werpen: De kijker versus de bekekene. Veel interessanter vind ik het om deze decorstukken te zien als achtergebleven lege plaatsen, als stille getuige van onverklaarbare gebeurtenissen. De afwezigheid, de leegte, refereert naar de verdwenen aanwezigheid. De simpele constructie van een decorstuk op wielen devalueert de plaats van de gebeurtenis. Door het normaliserende karakter zou de performatieve aanwezigheid nog een keer kunnen plaatsvinden. Hier of in een ander decor. De leegte kijkt terug en wacht. Tegelijkertijd ontheiligt de formele installatie de gebeurtenis en brengt het letterlijk en figuurlijk terug bij het menselijke, dichter bij de toeschouwer.

 

Ook in haar films is het lichaam dat minimaal beweegt in het kale lege grijze beeld onderdeel van een niet te definiëren dramatische gebeurtenis. Het dramatische vindt ogenschijnlijk plaats in een andere wereld, waarbij er echo’s van die andere wereld zich in haar lichaamshoudingen conditioneren. In haar filmwerk Sleep, waarbij haar slapen wordt vastgelegd, kenmerkt zich de andere wereld als droomwereld. En tegelijkertijd bestaat er naast de droomwereld een enorme intimiteit en kwetsbaarheid in het reële beeld. De spanning tussen het kwetsbaar slapend aanwezig zijn en de ongrijpbare droomwereld zorgt voor een sterke spanningslaag. Het doet me afvragen welke andere werken van Lien Hüwels nog uit deze droomwereld te voorschijn kunnen komen.

 

Het ankerpunt in het beeldend werk van Lien Hüwels is misschien wel het contactboek. Een bibliotheek, opslag- , verzamel- en werkplaats voor een oneindige reeks van beelden. In het contactboek lijkt wel haar hele wereld vervat te zitten, als een logboek van verschillende reizen. Door de contactvellen te bewerken met inkt en inkleuringen ontstaan er nieuwe series of tekeningen. In deze series is het filmische terug te vinden, de relatie tijd van het ene beeld naar het andere, de minimale lichamelijke veranderingen. De inkt en inkleuringen gebeurt niet vanuit een esthetische optiek, maar vanuit een intuïtieve handeling. Alsof er een codering plaats vindt van verschillende innerlijke toestanden. Alsof er verschillende andere, onbenoembare ongrijpbare werelden van Lien Hüwels, zich nog aan ons voor zullen doen. Ik kijk ernaar uit.

 

Juist in deze cognitieve tijd vind ik het van enorm belang dat Lien Hüwels een artistiek oeuvre uitbouwt met een sterk innerlijke taal die voortkomt uit het onbenoembare. Om met Zeami (1364-1444) af te sluiten: “If it is hidden, it is the Flower. If it is not hidden, it is not the Flower.”

 

- Michiel Alberts

 

Website Lien Huwels

HIGHLIGHTS